Wie is Pim van Gestel?
“Ik ben docent Bestuurskunde aan De Haagse Hogeschool. Samen met studenten, collega-docenten en onderzoekers zoek ik voortdurend de verbinding tussen onderwijs, praktijk en onderzoek. Ik geloof dat in die driehoek veel winst te behalen valt. Daar geniet ik ook echt van. Daarnaast ben ik coördinator van het minorprogramma Sociale innovatie in stad en wijk. Derdejaars studenten van allerlei opleidingen, zoals pedagogiek, social work, bestuurskunde, ruimtelijke ontwikkeling en van verschillende hogescholen werken hier samen aan het beter begrijpen van maatschappelijke vraagstukken op lokaal niveau. Vanuit die samenwerking komen ze tot werkende oplossingen voor de praktijk. Juist de verbinding tussen al die vakgebieden maakt het onderwijs rijker en relevanter.”
Waarom vind je de verbinding tussen onderwijs en praktijk belangrijk?
“Het komt voort uit de wens om het onderwijs betekenisvol te maken. Ik zie dat hbo-studenten niet alleen kennis willen opdoen, maar ook hun vaardigheden willen ontwikkelen. Acht jaar geleden gaven we vooral hoorcolleges, maar nu weten we dat studenten veel beter leren door te doen en door inhoudelijke kennis, maar ook netwerken te verbinden. Onze studenten zijn maatschappelijk betrokken en willen vaak echt iets bijdragen. Wij proberen vanuit het onderwijs hierbij aan te sluiten, zowel binnen als buiten het klaslokaal.”
“De student van vandaag krijgt informatie op verschillende manieren, bijvoorbeeld via beeld, korte filmpjes en sociale media. Bied onderwijs aan dat hen prikkelt en uitdaagt. Een challenge helpt daarbij, omdat het studenten letterlijk uit hun comfortzone haalt. En daar past die samenwerking met Campus Gouda perfect bij. Studenten leren door samen te werken met de praktijk veel over thema’s die spelen out there en op verschillende schaalniveaus. Ook komen ze in aanraking met al die verschillende netwerken binnen en tussen organisaties en met ondernemers en (actieve en verenigde) bewoners.”
Campus Gouda organiseert vaker challenges. Kun jij nog eens uitleggen wat dat precies inhoudt?
“Een challenge is eigenlijk een uitdagende, praktijkgerichte opdracht binnen een beperkte tijd. Studenten werken aan echte vraagstukken, vaak in samenwerking met de gemeente of lokale organisaties. Het is een soort snelkookpan waarin ze continu schakelen tussen (probleem)verkennen, analyseren en (concreet) adviseren. En dit altijd met en in de praktijk.”
Waar bestond de laatste challenge bij Campus Gouda uit?
“89 studenten die de minor Sociale innovatie in stad en wijk of ze studeren Bestuurskunde hebben zich bezig gehouden met de vraag hoe de leefomgeving in Gouda gezonder en toekomstbestendiger kan worden. Hoe zorg je bijvoorbeeld dat mensen – ouderen, maar ook jongeren – sneller naar buiten gaan om anderen te ontmoeten. Hoe stimuleer je beweging in de wijk? Ook stonden ze stil bij hittestress en de verstening van een wijk. Het mooie is dat deze challenge overlappingen had met de verschillende thema’s binnen Campus Gouda: bodem, zorg en logistiek.”
Hoe zag zo’n challenge dag eruit?
“De studenten werden eerst gevoed met kennis. Ze kregen mini-lezingen van experts, zoals iemand van de GGD over de gezonde leefomgeving en een stedenbouwkundige van de gemeente Gouda. Daarna volgde de verkenningsfase, waarin studenten de opdracht analyseerden. Vervolgens gingen ze de wijk in – naar Oud-Achterwillens en de Spoorzone – om met bewoners te praten en observaties te doen. De dag eindigde met het formuleren van adviezen. Zo’n opbouw – voeden, verkennen, verdiepen, verbinden – werkt erg goed. Het was mooi om te zien hoe enthousiast ze waren. Ze hebben foto’s gemaakt, infographics ontwikkeld, en – dat was nieuw – hun eindadvies verwerkt in een stripboek.”
Waarom in een stripboek?
“Veel geschreven producten verdwijnen te vaak ongelezen in een la. Maar als je advies geeft in de vorm van beelden en verhalen, komt het tot leven. Je nodigt de drukbezette professional uit om met andere ogen naar een gebied te kijken. Een stripboek laat direct zien: hier zou een bankje kunnen komen, daar wat groen, daar een speelplek. Dat spreekt niet alleen ambtenaren aan, maar ook bewoners. Daarnaast denken studenten tegenwoordig vaak visueel, ze werken met AI en andere digitale tools. Dan moet je als docent en als werkveld meebewegen. We laten ze visuele AI-tools gebruiken om meer impact te maken, maar de basis van al het denk- en ontwikkelwerk ligt altijd in de praktijk. Onderwijs vernieuwt zich en dat is maar goed ook.”
Hoe kijk je terug op de samenwerking met Campus Gouda?
“Campus Gouda is een betrouwbare partner. Alles wat we aan de voorkant hadden afgesproken, werd waargemaakt. De organisatie was top, de locatie in de Chocoladefabriek inspirerend en de begeleiding vanuit Campus Gouda heel professioneel. Ook de gemeente Gouda was enthousiast over de resultaten. Ze zagen echt de meerwaarde van de studentenproducten. En dat geeft studenten het gevoel dat ze er toe doen. Ze doen het niet voor een cijfer, maar voor het echt. Studenten stromen vanuit ons programma, nadat zij hebben samengewerkt met externen vaak door naar (bij)banen, stages en leerarbeidsplaatsen. Het is wat dat betreft een mooie kans om je te laten zien aan de praktijk.”
Waarom zijn deze samenwerkingen belangrijk?
“Een stad als Gouda heeft te maken met grote, maatschappelijke opgaven: klimaatadaptatie, zorg, technologie, woningbouw. Door studenten mee te laten denken, ontstaat er een frisse blik en nieuwe energie. Tegelijk leren de studenten wat er speelt in de samenleving en hoe beleid in de praktijk werkt. Dat is precies wat een leven lang ontwikkelen inhoudt – blijven leren van en met elkaar.”
Wat zijn je wensen voor de toekomst?
“De samenwerking met Campus Gouda willen we verder verduurzamen. Binnenkort gaan we met meerdere opleidingen van De Haagse Hogeschool – zoals de opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling – verkennen hoe we structureel kunnen samenwerken. Ik geloof dat we samen nog veel kunnen bereiken. Uiteindelijk gaat het erom dat we een samenwerking opbouwen die groeit. Studenten leren dat maatschappelijke vraagstukken complex zijn, maar ook dat ze er zelf aan kunnen bijdragen. Ze ontdekken dat beleid niet abstract is, maar iets wat je kunt vormgeven, verbeteren en beïnvloeden.”
“Een challenge haalt studenten uit hun comfortzone. Ze ontdekken dat beleid niet abstract is, maar iets wat je kunt vormgeven, verbeteren en beïnvloeden.”